2óo h: schortinghuis 4. De Heliafche op- en ondergang der Starren enz. (jf) 5. Welke Starren, ter middernacht, recht tegen over de Zunzynde, in den ziudelyken Meridiaan moeten verfchynen. Op dezen Dierenriem is mede het Maantje geplaatst, en moet binnen den zei ven rondgaandoch dan boven en dan beneeden de Ecliptica, naarmate de beweegbaare fchyf voor de Knoopen waar van Iii. zal meldeneene noor der of zuider-breedte der Maan aan- wystom welke reden het Maantje op zyn' vvyzer hooger en lager gefchooven kan worden tot ruim 5 graden boven en beneden de Eclipticaen de maate dezer gra- Cd) Liefhebbers kunnen het Maanwyzertje ook zoo laten toeltellendat het Maantje, bv het rond draaijenvan zelve op en neêr gaen dus zonder verfchuiving de noorder- en zuiderbreedte aanwy- zenwanneer men 't wyzertje laat draaijenin liede van om de fpilom een koperen plaatjedat ovaal vormig is, naar het model op de kleinfte plaat ge graveerd, doch wat meer naar boven opgaande, en onder de tweede fchyf zoo geplaatst, dat de teekens en 1?waar mede de figuur gemerkt is juist in een rechte lyn komen met de punten van de klimmende eh dalende knoopenen zoo verbonden met deze fchyf der knoopendar by ver zetting derzelve, dit plaatje te gelvk verzet of ge draaid worde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 282