s6s HI SCIIORTINGHUIS kend Apogeümen het naaste punt Pe rineum en de tusfchen punten aan weer- zyden Middelafftand. De Maan toch loopt niet om de S in een juisten cirkel, maar in een ellyptifchen kringdies moet haare loopbaan een verlle punt hebben, dat men Apogeümen een daar tegen- overftaand naaste punt, dat men Peri- geüm noemt; tervvyl de 1 in dezen loop onregelmatig voortgaat, op den een en tyd merklyk fneller dan op den ande ren: Hare middelbare vordering van het Westen naar het Oosten is daaglyks 13 gr. to min. 35 fecund, en zoo veel ten naasten vordert zy in haare middelaf- ftanden van deS, maar nadert zy haar Perigeümze begint in haren loop. te verfnellen, en vordert van tyd tot t.d meeren wel 13'., 1414* en in het Pe rigeüm zelfs 15 en 151 graden; dan van kier voortgaande neemt dezefnelheid af, eu komt in haar'middelafftand weder op .33 gr., van hier nu naar het Apogeüm voortgaande, vertraagt de loop der r en bedraagt maar \2\, .2, en in 't Apog. flegts 1 graden. Deze onegale vordering der (T wordt op den rand van dit blad geleerd door de cyfergetallen XII, XIII, XIV enz., Yfelke aanv/yzenwaar en wanneer de Maan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 284