h: schortinghuïs
le of vertraageen hoe veel gra
den zy tusfchen heden en morgen
vordere; waar uit de uurbewee-
ging der mede kan vernomen
worden.
V. Op het vaste blad ziet men
Waar de in dep Dierenriem aan
den Starrenhemel zich moet ver-
tooncn.
2. Hoe ver zy van de Zon of nabv
dezelve zy.
3. I11 welk een Starrébeeld de zich
vertoone.
4. Welke Starren de C inhaarenloop
zal bedekken of voor by gaan.
Bchalven deze zaaken, die men by de
verzetting van het wyzertje daaglyks be-
fehouwen kanis het werktuig dienftig
om alle uuren van den dag of nacht de
juiste plaats der C te verneemen, als
men flegts het wyzertje ruim zoo veele
halve graden op de Éclipt. voort of te
rug zetals men uuren na- of voor den
middag begeert. In de Ephemcrides of
Starrekundige Almanakken wordt de
plaats der daaglyks aangevveezenzoo
als zich op den middag bevindt: maar
begeert men haar juiste plaats op een
bepaald uur voor den middag, men
zette het Maanwyzertje (volgens eene
ge*