over de kaneel. 297
verfchaffenen tevens voor het uitmun-
tendfte hartfterkend middeltot heden
nog een Monopolie zynde der Neder
lander en.
De meeste en voomaamfte brengt het
Eiland Ceylon voort. Men heeft ge
meend, dat dit de eenigfte Landftreek
warewelke deeze Boomfchors voort
brengen kondoch in laater tyden heeft
men die ook elders gevonden. Dus
nam Profesfor j acquin dezelve op
Martenique, ik op het Eiland Java, en
de Franfchen nog op andere plaatfen
waar. Men moet echter opmerkendat
de Kaneelfchors nergens zoo fyn en aan
genaam valle als op Ceylon, maar gro
ver fcherper en heeter(rz).
Toen ik my in 't jaar 1777, en in
't begin van 1778op Ceylon bevond
heb ik, by gelegenheid myner Reistoch
ten door dat Eilandde meeste wilde
en geplante Kaneelbosfchen bezigtigd,
uit welke de Kaneeldie men jaarlyks
van daar naar Europa zendt, gehaald
wordt. Hier door werden verfcheide zaa-
.ken van my waargenomen, welke de.
T 5 voo-
(a) Over de twjfelingen hier omtrent, of naam-
lyk de echte Kaneelboom ook elders dan op Ceylon
groenedan of de anderen Laurus Casfja zyn
iprak ik omitandig in 't li. Deels, II. Stuk der Na-
tuurlyke Hijioriebladz, 334, enz.