OVER DE KANEEL. 3Ö'I is de beste en aangenaamfte. De Boom heeft groote, 'oreede en dikke Bladen. 2. Nai-Curundudat is Slangen-KaneeL Zy komt de voorige naast bydoch is een weinig minder fynheeft ook groote Bladen. 3. Capuru - CurunduKamfer - Kaneel- boom. Deezen vindt men alleenlyk in 's Konings Landen. Uit den Wortel wordt Kamfer gedcstiiicerd. 4. Cahatte - Curundu famentrekkende wrange Kaneel. Deeze heeft wat klei ner Bladen. Dc vier bier opgetelde Soorten zyn louter verfchcidenheeden van Laürus Cinnamomümwordende van de Schillers enkel door den {maak onderfcheiden. Het zyn de cenigfte, die goede Kaneel uitleveren. De volgende Soorten wor den niet gefchild. 5. Saevel-Curunduflymige Kaneeldie een lymerigen nafmaakheeft, bykans als een MucilagoDe bast is week draadig met verdraaide Vezelenniet zoo digt en vast als die der anderen taaylaatende zich ligtelyk buigen zonder op Baande voet te barften. Het is ook een verfcheidenheid van L. Cinnamomüm. 6. Dawul- Curunduplatte of Plank-Ka» neel;

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 323