304 c: p: t k u m b e r g
ken. De Besfen werden gezaaid zy
fchooten wel en fchielykop, maar had
den het noodlot, van na eenigen tyd
uit te gaan. De oorzaak nafpoorende
bevondt mendat de Cingaleezendie
hun voordeel van liet ichillen der Ka
neel in de Bosfchen trekken, en het
planten niet gaarn zagendewyl de in
zameling daar door gemaklyker zou
worden; de jonge Boomen by nagt,
heimelykmet heet water hadden begoo-
ten. Dit bedrog ontdekt zynde, liet
de Gouverneur op nieuws, in de aan
vang des Jaars 1770, meer Besfen en
op meer plaatfen, in 't klein en in 't
groot, planten, die voortgekomen zyn
en reeds Kaneel-Oogften hebben uitge
leverd.
Men fchilt de Kaneelin de Bosfchen
op twee verfchillende tyden des jaars.
De groote Oogst duurt van April tot
Augustus, de Ideine van November tot
January toe.
De Kusten van 't Eiland Ceylontot
eene breedte van zes of meer mylen
Landwaards inbehooren volftrekt aan
de Hollandfche Oost-Indifehe Kompag-
nie, en worden van haaren Gouverneur
geregeerd offchoon het Land door
Cingaleezen bewoond worde; wantdee-
ze