Sio c: p: t h u n b e r g
wel zy by de proeving op Ceylon fyn en
goed bevonden waren. Derhalven wer
den vyfbondels weder teruggezonden
welke, in 't Jaar 1777 op Ceylon aan
komende, van my en anderenAmp ts-
wege, onderzogt en geproeft werden.
Wy bevonden, dat zy een genoegzaam
fynen en aangcnaamen reuk hadden,
doch zeer weinig en bykans geenen Ka
li eelfmaak. Buiten twyffel hadden zy
den Smaak op de reis veriooren, doch
de oorzaak daar van kan ik mét zeker
heid niet opgeeven. Vermoedelyk be-
ftondt dezelve daar indat de Olie in
dezeiven te vlug, en in de jonge Tak
ken niet genoegzaam geconcentreerd zy
geweest; alzoo de Stammen maar drie.
Jaaren oud waren. Men fchilt wel al
toos driejaarige Takken, doch de Wor
tel en Stam moeten ouder zyn. By
het inpakken en overzenden waren ook
fouten begaandie tot het verlies van
den Smaak veelzoo niet alleskun
nen toegebracht hebbenwant men hadt
deeze bondeis in enkelde Zakken ge
pakt, en dezeiven in de Kajuit gelegd,
niet in twee Zakkentuslchen Peper.
Van die zelfde Kaneel waren in 't jaar
277Ó zeven en veertig Bondeis naar het
Vaderland gezondenen even zooveel
in