3ï4 h: van den hespel over
De loopkringen hunnerleevens verfchil-
len wel zeer naar de eindenswaar toe
zy verordend zynzoo dat fommige
verfcheidene jaarenandere alleen eeni-
ge maandenof wecken 1 seventerwyl
wederom andere zoorten in weinige da
gen, ja zommige in korte uuren zelf
hunne loopbaanen hebben ten einde ge-
bragt. Doch hoe dit ook weezen mag,
ieder zoort, ieder Schepfei, gelykeene
naauwkeurige befchouwing leert, be
antwoordt echter hier door, en hier
door alleen, volkomen aan die eindens
waar toe het, cp het toneel van ditlee-
ven, verfchynt.
Dezelve opmerking brengt tevens
voor onzen geest eene vertooning, wel
ke by de eerfte befchouwing zeer ake
lig ishoe naamlyk miilioenen dier Schep-
felen hun leevenop eene wreede wy-
ze, fchynen te eindigen, als die door
hunne medefchepfelenin hunne rust
en genoegens verftoordaangerandon-
verwagts gedood en verteerd worden;
terwyl deezen ookdoor anderenhet
zelve lot treft; en de laatfte ook op
hunne beurt wederom door anderen
verflonden worden: eene noodlottige
gebeurtenis, welke byna het gantfche
Dierenrykzoo dra ze min of meer aan
hun-