hunne eindens beantwoord hebben ver nielt eene gebeurtenisdie wy telkens door voorbeelden van allerlei aartwel ken in een dag, in een uur, in een 00- genblikdit lot ondergaankunnen be vestigd zien. Niemand kan twyffelenofdeezc flag- ting is door God zeiven verordend: deeze alle immers zyn door Hem tot een onderling voedfel bereid; want veele moeten daar door alleen leevengroei? jen, vermeenigvuldigenduizende Vo gelen, kruipende Dieren, Visfen zyn daar tóe ook als opzettelyk ingericht: hunne bekkenhunne maagenhunne vlugheiddriftenbehendighedenzyn hun als zoo veele middelen gefchonken, om hunne medefchepfclen tot voedfel te erlangen. Is dit zoo gelyk dit isdan ontfhiat hier uit by zommigen eene gewigtige be denking: daar dan (zegt men) deeze nuttige Schepfelshierdoor gemarteld, gepynigd "wordenen zoo fmertelyk omkoomeneene zaak waar van zy zelfs den grootilen afkeer betoonen, en waar tegen zy, als tegen iets onnatuurlyk, met al hunne kragten fchynen te ftry- den: is dit dan niet hard? Niet wreed? Is dit niet onregtvaardig Waren zy aan ze- DEN DOOD DER DIEREN. 315

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 337