322 h: van den hespel over. 3. Ook vindt men dat die zelvde vef- fcheidenheid onder hen, op alle mo- gelyke vvyzeilplaats hebbe.Eene naauwkeurige befchouwing overtuigt ons hier van ten vollennooit heeft iemand aangetoond, dat ze door eene zooit of dier kan vergroot worden dit zal ook nooit kunnen gefchieden het geen wy 'er van kennendoet ons in - verwondering opgetoogen Uraan, hoe 'er zulk eene verbaazende ver- fcheidenheid in zekere omtrekken of bepaalde groottens kan plaats heb ben: de befehomying der geringde dieren, zoo ver het ons mogelyk is, doet zelfs de verbaazing ten top fty- gen. Niemand kan hier van indeeze eeuw onkundig zyn, ik behoef dit al leen aan te dippen. 4. De orde en overeenfremming tot Gods verhevene eindenswelke ook in al len gevonden wordenbevestigen on ze voorige Helling volkomen wyzien immers op én in deeze aardein de wateren, alles door zyne hand zoo gefchiktdat wy gedwongen worden om op te mérkeneenen fchakel van dieren, welke hier voortloopt tot den menfchdaar eindigt in het ryk der planten of leevenlooze Sehepfelen een

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 344