324 h: van den hespel over.
wigtige bedenking door welke veeleti
Gods onveranderlyke deugden en zyn al-
lerheerlykst werk poogen te ontluisteren,
en welk ons zelfs by de befchouwing
deezer zaak geduurig voor den geest
koomt; zeis: zou God dan geene ande
re bepaaling en fehikking omtrent het
Diérenryk hebben kunnen verordenen
Al het bygebragtevertrouwen wyleert
onweerfpreekbaar s uit aanmerking van
Gods deugden, en van de allervoortref-
felyklle en onverbeterlyke fehikking der
Dieren, op deeze aarde, dat dit vol-
ftrekt onmogelyk zy; doch dit is het
noch al nietwy moesten al hettot dus
ver bygebragteooknoodzaakelyk voor-
ftellen: om dat dit, naar ons inzienal
leen gegronde bewyzen aan de hand
geevt, ter bevestiging, dat Gods bepaa
ling omtrent den dood der Dierenzyne
goedheid omtrent het algemeen welzyn
betooge. Bevestigen wy zulks in be
trekking van eenige Dierenen van 't
Menfchelyk gedacht.
In betrekking van het Dierenryk
moeten wyklaarheidshal venmet een
woord herhaalen, dat Gods goedheid
haar in het zelvein die omftandighe-
denwaar in de Dieren geplaatst zyn zoo
ver uitftrekkeals het immer mogelyk
is;