12 j. 3d. v. leeuwen, over de
Gel, daar by opgemerkt, dat, na het ein
digen der pest, in twee of drie eerstvol
gende jaaren, en meest in volkryke Ste
den van Nederlandgevaarlyke en kwaad-
aartige koortfen regeerdenen daar van
de manier van begraven de voornaamlte
oorzaak zoude zyn; ja dat, al .Gehoon
de fchadelykheid van het begraven in de
Steden en Kerken in ons land zoo zeer
al niet in het oog loope, echter die niet
kan geloochend worden daarze met
on wraak baar e voorbeelden door beroem
de en geloofwaardige Mannen uit andere
landen beweezen is.
Dit is zeker voor dezulken, die gele
genheid gehad hebben dat te overwegen,
overredende genoeg: Ik voor my twyf-
fel 'er geen oogenblik aan. Voorbeelden
van onzuivere en ftinkende uitwaasfe-
mingen, by het openen der Graflieden
zyn my in ons Vaderland ook bekend.
Wat was het geval te Bruinisfein Zee
land, in October 1783- nietgédugt! al
waar door het openen van een Grafkel
der ter begraving van Mevrouw de wit
te Vrouwe dier plaatfede Kerk zoo
befmet was geworden, dat men den vol
genden Zondag den oftenbaaren Gods
dienst