328 h: van den hespel over En maaken wy dit toepasfelyk op dq onderlinge verdelgingwaar toe het wordt aangevoerdwie bewondert niet de Goddelyke fchikkingdie hier door zyne liefde zoo aan milliöenen betoont de wereld volmaakt doet blyvenalles in eene verrukkelyke orde houdt, die duizende kwaaden door de eenvoudig- fce wegen voorkoomt. Doch hier van zal noch iets nader gezegd wordenby de befchouwing van Gods goedheid, in het dooden der dieren: in betrekking dan van het menfehdom hier toe zal het volgende genoeg zyn. Als wy onsvolgens onze voorige af- teekeningen, erinneren, hoe de Heer het Dierenryk heeft voortgebragt, be- lliert en voedt, ter opluistering zyner volmaakthedendoor redenmagtige wee- zens;en wy voegen 'er by, hoe zulks volgens zyn doel niet alleen moet plaats hebbenomtrent hetgantfche ryk maar ook omtrent ieder zoort, ieder fchepfel in het byzonderen wel zoo dat derzelver overeenftemmingver- fchil, orde, ons den heerlykften fcha- kel, waar van wy te vooren fpraken, voor de aandacht brengt: om zoo in alle deezen zyne Almagt, Wysheid, Grootheid, Goedheid te doen aanbid den,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 350