den dood der dieren. 329
denverheffen. Indien nu zommige
zoorten al te zeer vermenigvuldigd wa
ren; zoo deeze daar door aan allerlei
gebrek waren bloot gefteldanderen
kwelden verdreevenonzichtbaar maak
ten of geheel verdelgdenhoe zou dit
oogmerk niet verydeldzyn Hoeflaauw
zouden Gods deugden uitblinken? Ja
zyne Heerlykheid zou dan door de ver
warring,ongemakken,fmerten, gebreken,
welke daar noodwendige alle uit moes
ten voortvloeijengeheel verdonkerd
worden.Daar nu de erkentenis van
Gods deugdende aanbiddingde verhef
fing derzeive het grootfte genoegen is,het
welk het menfchdom fmaaken kanwat
is zyne goedheid dan niet onbezefbaar
grootdat hy den ondergang der Die
ren zoo aanhoudend wys beftieredat
wy geduurig die verrukkelyke aandoe
ningen in de befchouwinge zyner wer
ken kunnen fmaaken.Doch dit is
het noch al niethet is dczclvde goe-
dertierene bepaaling, welke ook zeer
veel invloed heeft op een gelukkig lee-
ven in deeze wereld.
De te groote hoeveelheid der Die
ren welke 'er zonder eenen geduurigen
ondergang, zoo als te vooren bleek,
ontfcaan moet, kan niet anders, als ten
X 5 ui-