plaagen welken den iEgyptenaaren trof
fen toen zy de kinderen Ifraëls weiger
den te laaten trekken. Wiedie zich
een regt denkbeeld vormt van de elen-
de, jammer, benaauwtheidwelke bier
door dat volk trof, moet niet met ont
roering aan eene al te groote vermenig
vuldiging van zommige Dieren denken;
en den on eindigen B drier er van alles
ernitig verheffen in zyne onbegrypely-
ke goedheiddie ter voorkooming van
die alles vernielende plaagen, den dood
der Dieren zoo wys bepaald heeft
Moet de te groote vermeenigvuldi-
ging van zommige Dieren, zoo als wy
te vooren zeidenden ondergang van
andere zoortennoodwendig tot zyn
gevolg hebbenten minften in die plaat-
fen daar de eerften te veel vermeenig-
vuldigd zyn: dit fchynt veelen, by het
eeiile inzien van weinig belang; doch
dit vooronderftelt in hun ook een die
pe onkunde, in de wigtige eindoogmer
ken van alle zoorten en waar toe die aan
verfchiliende plaatfen opzettelyk geiteld
zyn: waarlyk het is te bedroeven, dat
men in de kennisfe van het nuttige der
Dierennoch zoo weinig ervaaren is.
Waarom is dit aan alle Academiën geen
hyzondere tak vanonderwys? Was men
hier
DEN DOOD DER DIEREN. 331