tioodentot een aangenaam voedfei voor dieren te verordenen, ons van dit gewigtig kwaaden van veele andere nadeelen die 'er uit kunnen worden af geleid, zoo gunftig heeft believen te be- vryden. Indien ik my durf vleyendat de voor- geftelde redenenmvhè geëerde Leeze- ren, zullen overtuigd hebben,dat de dood der meeste Dierenzoo als die door God bepaald isWaarlyk zyne goedheid be- toogezoo twyffél ik echter nietof men zal denken, en heeft reeds voor lang gedacht, dat of fchoon het betoog de eene zekere waarheid zy, omtrent zommige Dieren en Menfchendat zy echter, die öp zulk eenewyzefterven en zoo de flagtoiTers worden van hunne verflindende medefchepfelenniet kun nen gezegd worden j daar in blykenvan Gods goedheid te genieten Dat zy die in en door hunnen dood zeker genie ten zullen wy nu in ons tweede deel aantoonen, wy moeten daar toe de zaak geheel aan hunne zyde befchouwen. Mogelyk kan hier by zommigen in be denking koomendat daar deïighaamen der Dieren bezield zynzoo als hunne zintuigen, welke aan de onzen evenaa- ren, en hunne daadenwelke zonder eene DEN DOOD DER. DIEREN. 335 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 357