344- h; VAN PEN JIESPEE 1 OVER
ren ellendig martelenen op eene zer
wreede v/yze, allenskens hec-leeven lv-
ficemenkan doen vraagenis Gots
bepaaling omtrent zulker dood dan goep
heid?- Doch dit gedrag in het ma
telen en do'oden van deeze oniciiukligi
dieren, is ten tiiterften wreed en ori
barmhartigen een allerlcragtigst bewys;
van de groote boosheid vain het men se h
domdie dieren tot dcszelfs nut ge
fehaapen, in plaats van deeze eerbicdi;
te befebouTv tn, te bewonderenen 'a
Gods eer in op te luisteren, dezel
ve zoo moordaadig te mishandelen.
Nooit heeft de Heer zulks gewildof
voorgefchrcvenmaar heeft voi; trekt
hot tegendeel, en in ons hart,' en in d«
natuur, en in zyn woord ten eiuidclyle
llen uitgedrukt.Zulks is des niets
anders s dan een boosaartig en Go.-ion-
toerend mi -brui';het is .een ftrafi'ehu'i-
dig doen; iets dat niets afdoet tegen on
ze ftelling: dcwyl die zeilde dierenaan
hun lot ovcreelaatcndezelfde goeder
tierenheden door 's I leercn handzou
den genieten, die anderen te beurt val
len, daar zy nu op zulk eeneTnoodd
wyze van beroofd worden.
Ik behoef tot beiluit uaauwlyks te er-
inncren, dat \vy ten fterkftcn verpliu:
zyn