13 j: d: v: leeuwen over, de
dendaagfchook in ons landop by-
zondere begraafplaatfen buiten de Ste
den begraven worden en van die ge
woonte nimmer hebben willen afzien;
ja het voor een byzonder ft uk van hun
nen Godsdienst houdenom zich daarin
van anderen te onderfcheidendoor wel
ke gewoonte der Jooden, het begraven
buiten de Steden in ecne foort van ver
achting gekoomen isevengelyk dit
volk, onder onsbyveelen, vooreen
veracht volk gehouden wordt, dat noch
tans in het overige van hunnen Gods
dienst, eer medelyden waardig, en in
die hunne volftandige gewoonte van be
graven, te pry zen is.
Vooroordeelen zyn derhal ven de be-
letfels.Men houdt het begraven,
buiten de Steden en Kerkenai noch
meestal voor eenige fchande, zoo voor
den Overledenenals ook voor de Over-
blyvenden. En waar koomt dit verder
van daananders dan uit een verkeerd
en ingebeeld begripdat men tot hier
toe de Kerken en Kerkhovenin Ste
den en plaatfenalleen voor eerlyke
begraafplaatfen gehouden heeften de
zulkendie geene eerlyke begraving ver
diend hadden, daar van heeft afgeweerd
en dit niet alleen, maar dat men ook
zelfs