kavelenhoe wel ongelukkigdoch
wiezegt menwil dan de eerfte zyn
om zulke ingebeelde lehande te onder
gaan V Beesten is men gewoon buiten dc
S ad te begraven, maar niet menfchen;
offchoon ook wel Jooden maar noch
tans geene Christenen. Redeneeringen
voorwaar, die alle uit onkunde en mis-
verftand voortkoomen, waak-in derhal-
ven onze Natie noch beter verlicht zal
moeten worden (r).
Dan laat ik ook niet vergeeten dezugt
van veelen, om by hunne Voorouders
begraven te worden. Deeze zugt is na-
tuuriyk zegt men men ziet het reeds
in de voorbeelden van de Aartsvaders en
anderen, welke ons in de H. Schrift zyn
nagelaaten, fchoon die van een ander
voor-uitzigt waren. Dan, zoo redeneert
men
'20 J, D. V. LEEUWEN, OVER DE
e o
(V) Dat men voor 200 jaaren zoo redeneerde,
is noch te begrypen te Nonegen wierden toen de
geenen, die niet C atholyk geitorven waren, van de
gewoone begraafplaatzen in de Kerken uitgefloten
en by een befluit van den 29 Ju\y [587. vastge-
ftelddezulken op het jooden Kerkhof, of by de
put aan het Melatcnhuiste doen begraven. Zie
j smft] 1 Cbron van Nymeg. vervolgdennuoU'
langs uit>eg<evendoor den Hr. in de betouw,
bladz i 46. Men zie hier uituit welken bron zul
ke redenecringen noch zyn overgebleven, en be-
wond ;e dc onkunde van veelen onzer Natie des
wegen.