begravinge in steden enz- derzoekenofze goedof nadeelig zyn die als onveranderlyk houdt. Het be graven, in Kerken en Steden, is'ereen genoegzaam bewys van. Dat zeker had men al langeals nadeelig en fcha- delyk, moeten hervormen; en zoo wie, daar van overtuigd', dezelve noch blyft aankleevenenkelom dat het de ge- woonte iszulks mag men in den zul- kenmet den Hr. kluit (kdie dat te regt wederlegd heeft, wel noemen: eene onberadenheid van het menfchelyk verhandeene ten eenemaal verwon derlijke ftyfhoofdigheidja een groote fchandviek voor den hervormden Gods dienst: daar andere Volken, wien het, om hunne Godsdienftige begrippen (als noch aan veele bygeloovigheden ver- flaafd) minder gemaklyk moet geweest zyn, die te verbeteren, dan het den onzen zoude zmons reeds zyn voor gegaan en den weg hebben aangewezen welken wyuit hoofde van onzen Gods dienst, van alle bygeloovigheid gezui verd, van zelfs behoorden in te faam Doch ik denkedat men de gewoonte in het algemeen meer volgt, zonder on derzoek, of overdenking van het na- deelige, dan dat men overtuigd daar B 4 van 0) l. c. bladz, 90. en volg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 45