re inkoomften niet zouden beroofd wor
den; wie derhal vendie in zyne plaats
al zulk eene belasting vindt, voldoet
daar aandoor het betaalen van dezelve,
en mag zyne dooden buiten de Stad be
graven zonder dat eenig. verder verbod
daar tegen ftrvdt.
Tot de andere, welke door de wet-
geevende magt ter uitvoer kunnen ge-
bragt worden, behoort, dat de Over
heid, aan welke, gelyk hiervoor reeds
gezien is, dit zekerlyk ftaat, het be
graven, in de Steden en Kerken, by
eene wet verbiedeen daar toe zorgedat
buiten de Stedenbegraafplaatfenop
algemeene kosten, befteld en gemaakt
worden. Het geen met beleid en voor-
zigtigheid, op zulk eenewyze,behoort
ingericht te wordendat niemand daar
by eenig nadeel koome te lydenmaar
zulks algemeen goedgekeurd worde
waar van beneden nader.
Het is klaar, dat het beflellen der be
graafplaatfen door byzondere perfoo-
nenvoornaamlyk en alleen te verwag-
ten is van ryke en vemioogende lieden,
dewyl de minvermoogende 'er niet in (iaat
toe zyn: zoo om de kosten, die daar
toe zouden moeten gedraagen worden
als om de belastingop het buiten de Ste-
C 2 den
BEGRAVINGE IN STEDEN ENZ. 35