zoms 'er noch veele jaarenja eene eeuw, en meer, noodig zoude zyn, eer anders deeze gewoonte geheel ver anderd zal zyn. Intusfchen echter zal het nuttig zyndat, offchoonen zoo lange, zy dat, doorhaarewetgeevende magt, niet doet, niet te min byzondere perfoonen,die van het nade'elige en fchan- delyke overreed zynmeer en meer be- graafplaatfen buiten de Steden oprich ten als zynde dit een der eerfte mid delen waar door onze Landgenooten door zulks dagelyks te zien, 'er aan ge woon zullen worden; ja dat veelen, tot een lt uk van nay ver en navolging zou kunnen dienen. Dan hoe tot het een of ander, hetzy meer door byzondere perfoonenhet zy door de wetgeevende magt gekoomen? Hier toe zullen voorbereidende mid delen noodig zyn. Bevoorens hebben wy onder de re denen, waar om onze Natie aan de nadeelige gewoonte van begravenin Kerken en Stedennoch blyft hangen aangetoond, dat zy in het algemeen noch niet genoeg overtuigd is van het fchadelykefchandelykebygelo- >vige en onvoeglyke van dien. Dat dit, zoo wel op de Overheid, C 3 als BEGRAVINGE IN STEDEN ENZ. 3?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 59