46 j. v. leeuwen, over de weggenomen kunnen wordendaar toch de Predikantenonder het volkveel al voor orakels gehouden worden; en het geen zy zeggen, dikwils veel meer ingang' vindt, dan dat het door anderen met kragt van redenen betoogd wordt, het welk zy echter in deezen ook niet moeten verzuimen. My heugteens een geacht Leeraar in een voornaame plaatste hebben hoo- ren prediken, overJofephs laatffcewoor den Genef. l. vers 24 en volg. Die maaktein zyne tocpasfingeenige aan merkingen ter leeringonder anderen ook van de noodzaakelykheid en gcöor- lofdheid van Testament maak enen het gevaarlyke van zulks uit te ftellen. Maar dagt my, zoude het hier ook niet alzoo wel, ja meertepasgekoomenzyn, aan merkingen over het begraven der lyken in Kerken en Steden te maaken! enz. Dit wil ik alhier maar aangehaald heb ben, om aan tetoonen, dat'er gelegen heid genoeg is, dat die Heercn 'er zich op zouden kunnen toeleggen; ja wilde ik dit noch breeder doenik zoude een geheele lyst van textenook veelen die dagelyks gepredikt wordenkunnen opgeevendoch zal die liever aan de keuze en het doorzigt van die Heeren overlaaten. 'Er

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 68