nielde begraafplaats heb ik, niet zonder
aandoening, aanfchouwd. Met myn
gantfche hart moest ik zulk een oproe
rige daad van het gemeen afkeuren:
maar het meest beklaagde ik datdaar
het ftichten van dezelve, aan die plaats,
reeds zoo ver gekoomen waszulk een
pryzenswaardige daad, zoo ongelukkig
uitgevallen was; ja dat, gelyk ik verder
hoordehet niet beter ingefteld was ge
worden: want hier aan voornaamlek
moet al dat gewoel, overdeezebegraaf
plaats toegefchreeven worden. Immers
van veel endie by my geloof verdie
nen ben ik onderregt, dat de Ge
meente aldaar, niet tegen het begraven
buiten de Stadwasnoch hierom het
vernielen van die begraafplaats gefchied
wasen zelfs hadt men toen noch hoope
dat het 'er noch eens beter toe in ge-
fteld zoude wordendoch dat het op
roer voorgevallen was in eenen tyd
dat de Magiftraat cn Gemeente in ande
re Hukken, waar over hedendaagfeh
meer verfchillen gevonden worden
zeer onééns waren; dat de Magiftraat
een gedeelte van het oude Kerkhof, in
de Stad, aan eenen Jood verkocht hadt,
buiten toeftemming der Gemeente; dat
deeze Jood daar van een plaats of tuin
D 5 ge-
3EGRAVINGE IN STEDEN ENZ. 57