OUDHEDEN. 7 7 heidenser nu onbekendmisfchien wdeer ge legen onder de wateren, die nu Walcheren en Vlaanderen fcheiden. hl. 5. De gisfmgen over de vroegfte bewoners dezer landenvóór de aankomst van Julius caesar zyn zeer onzekermisfchien moet men daarvoor houden de kelten en kat ten hl. 9. waarfchynlyker de Batavieren en kaninefaten hl. 11. dezen, aanmcrkclyk ver zwakt, fchynen omtrent de derde eeuw verdreven, en opgevolgd te zyn door de franken eti saliürs bh ia. die, omtrent het midden der vierde eeuw, door de saxen en dezen wederom door de friesen, verjaagd werden: bl. 17. terwyl de laat- ften weder door de -franken vermeesterd zynen dus dit gewest andermaal door dezen een' gerui- men tyd is beheerd geweestdoch welken door de denen en normannen vooral federt de negende eeuw, veel geleden hebben: dezen hielden hunver- blyf ettelyken tyd in zeeland vooral in Walcheren onder welken eenige anderen zich zullen gemengd hebben, bl. 19. liet tweede hoofdftuk fpreekt van derzelver zeden. De zeden der oudfte bewo ners de Batavieren en Kaninefatendie zeer eenvoudig waren; en beiden hunnen oorfprong van de Germanen haddenwelken in dezen met de Kelten overeenkwamenworden voornamelyk uit Tacitus en caesar afgeleidt, bl. 24. Het land onbedykt zynde, woonden zy op terpen of tot*- pen: bl, 25. hunne kleeding, inzooverzy niet naakt gingenwas zeer eenvoudigbl. 26. hun grootfte fie-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 149