trof. In het eerfte geval, haalde de meerderheid der voortbrengfelsvan het eene land, den Evenaar van de Balans tegen de minderheid van het tweede overten ware de laatften vernuft en naarffigheid hy hunne min dere landsproducten op de fchaal wis ten te leggen. Na de vinding van de Geldfpeciën, verkreeg de Koophandel eene gantsch a 'dere gedaante. De ruiling kon met veel meèr gemak niet alleen maar ook met meer evenredigheid, ten op- zigte van de waarde der goederen gefchieden, aangezien de waarde van gemunt geld aan geene ryzing en daa ling was blootgefteid.' .Van toen af begon men den rykdom van een land uit een ander oogpunt te befchouwen; en in het beüislen daar van wierd niet alleen op de meerderheid van eigene landsproductenmaar ook op den overvloed van gouden en zilveren plaaten gezien. Eindeiyk wierden de Commerciëe- rende landen van Europa van tyd tot tyd overtuigd, dat de Negotie op alle hunne binnenlandfche plaatzen, niet piet .evengeiyk voordeel kon gehand/ haafd Ï20 J. F. MULLER ANTWOORU

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 140