•I 38 J. F. MULLER ANTWOORD 8, io en meer per Cent by het muntenf van zyne Geldfpecie winnen, wanneer hydezeive in gehalte of gewigtzooveef vermindert en den prys als vooren laat: doch dit is flegts voor ééns, en zelfs maar in fchyn, om dat deszelfs onderdaanen daar door belet worden, zoo veel vertier in den koophandel te doen, als de gelegenheid hun daar toe wel aan de hand geeftdus verliest de Souvereingeduurende al dien tyd dat deeze munt fpecie inhetlandblyftroul- leeren, ook het meerder voordeel, dat uit een b.loeijenden binnen- en buiten- lanöfchen handel voor hem anders zou ontftaan. De onderdaan en daar en tegen verliezen altoos by dit foort van mindere fpeciewelkers gangbaare waarde boven het gehalt of gewigt is zoo dikwils zy binnenlandfche produc ten naar buiten zenden of buitenland- fche inkoope doen. De Stad Dantzig kan ons tot een voorbeeld ftrekkenderzelver geldfpe- cie was tot denjaare 1757, in gehalte en waarde, dat men aldaar, om een Pondvlaams in Holland te behebben, 280 a 290 gr os fen pools betaalde, maar Zedcrt zy derzelver fpeciën in gehalte ver- j -i

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 158