ÖVER DE EGALE GELDSPECIËN. 159
gebrek aan Standpenningen plaats kon
hebben, zou het zeker in deeze vier
genoemde Provinciën moeten weezen.
Deeze immers handelen met haare
vreemde Buuren pasfief, en moeten
dus het meerder ontvangene met Con
tanten betaalen, en by die gelegenheid
altoos zich van het vreemde Geld eerst
ontdoen. Zeeland daar en tegen, ge-
3yk de menigvuldige Placaaten van die
Provincie aantoonenwierdt over-
ilroomd van vreemde Muntfpeciën,
welke tot hooger prys onder de Inge-
zeetenen van Zeeland circuleerden,
dan hunne gehalten en waarde bedroe
gen, en dus door den Souverain, de
Heeren Staaten van Zeeland, aanhou
dend Billioen verklaard wierden, om de
fchade hunner Ingezeetenen daar door
voortekoomen. Maar kon deeze
overvloed van vreemde Geldfpeciën
in Zeeland wel exteeren, indien deeze
Provincie met haare Buuren, welke
die Contanten van mindere gehalten
en waarde invoerden, een en pasfiven
handel dreef? Zullen de handeldry-
vende Ingezeetenen van Zeeland, niet
altoos eerst dat vreemde Geld tot be
taaling hunner inkoope, in die landen
ge: