66 J. F. MULLER ANTWOORD omftandigheden, nietbepaalen. De hoe,ge prys van het zilver daar en tegen en den fchadelyken invloed op de Con tanten, wegens de nadeelige Conjunc tuur en van den Oorlog, zyn van zulk gewigt, dat wy wel durven verzeke ren, dat het te dier tyd onmogelyk was, op het gewoone voordeel tot 51 huivers aantemunten niet alleen, maar dat ook de inlandfche Standpenningen, uit hoofde van het daar omftreeks zyn- de Franfche Leger, menigvuldig uit de Provincie Zeelapd zullen gevoerd wezen. Dan het is aanmerkelyk, dat de Pro vincie Zeeland, in haare menigvuldige Placaaten, voor de Verhooging van den zilveren Ducaatnooit over ge brek aan Standpenningen klaagt, maar wel van overvoerd te wezen van vreemde, en mindere foorten van Munten, dan de haare; terwyi men, na de Verhooging, wel dra gebrek aan inlandfche Standpenningen kreeg. Dit moest ook natuurlyk volgen, zoo lang hunne buitenlandfche Negotie, voor welker goederen zy voor een groot gedeelte op Holland betrokken wierden, dezelfde bleef. «-? Immers was X.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 186