OVER DE EGALE GELDSPECIËN. 75
tyd begint het verlies grooter te wor
den; eerst 1, i| a 11 per Cent, maar
weldra op 2, 2| a 2| te loopen.
Uit dit hiftoriëele, hoe onvolmaakt
ook, meen ik echter te mogen bedui-
ten, dat Zeeland actief gehandeld heb-
bezoo lang 'er geen Wisfelfchade
tusfchen haar en Holland plaats hadt
als kunnende altoos dat geene uit den
handel en induilrie foutineeren, wat
zy op de eerlle verhoogde fpecie ver
loor. En offchoon na het berugte Ac
tie-jaar 1720, in die Provincie nu en
dan gebrek aan Stadpenningen geweest
zy, hadt zy dit toch met de andere
Provinciën gemeenen kan dus niet
als een bewys worden bygebragt, dar,
zy toen reeds meer pasfief, dan andere
Provinciën, gehandeld zou hebben.
Maar de tweede Verhooging van
O O
den Negotie-penning, in het jaar 1747,
moet aan de Commercie van Zeeland
een aanmerkelyk nadeel toegebragt
hebben. Immers is het niet eerder,
dan na de tweede Verhooging, dat de
Negotianten van Zeeland met fchade
op Holland wisfelden. Dit verlies
wierdt hoe langer hoe grooter, en de
Commercie, tusfchen 1747, en 1756,
was