GELEN DER ZEVEN GEMEENTEN. 205 ning in den openbaaren Godsdienst voorgaaten daarom van ouds reeds den naam droeg van de Af gevaardigde der Vergaaderingals \ve- zende gelast, om van haaren wege het; plechtig gebed voor God uit te Horten. En zeker 'er is eene vry aanmerk ely- ke gelykheid tusfchen de letterlyke be- teeknis van beide eernaamen; ook is ?er eenige overeenkoomst tusfchen het werk van Christen Opzienersen dat dier Afgevaardigden van de Synagoge. Dit heeft c. schötgenius (c) na vi- tringa vry uitvoerig aangetoond. By al het welke men noch zou konnen voegendat gelyk die Engelen der Ge meente by johannes voorkoomen als vertoonende de geheele Gemeente; dus ook de rvbsrby de Jooden de ganfche Vergaadering verbeeldde; zoo dat, wen hy het fpoor byfler was in het heilig werk, de gemeente geoor deeld werd ook met hem te dwaa- len (d). Met dit al koomt my ook dee- ze gedachten, met hoe veel geleerd heid fmaaklyk gemaakt, niet zoo bon dig (c) schötgènii Horae Hebr. in Apocalypf. II: 1. (d) Codex Mischn. Bsrach. c. F. 5. fa. 19 tam. J. edit. SURENHUSII.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 225