230 J. z. VAN LAREN OVER I>E EN- sullen dit liefdewerk aan den, op 't barre Potmos, gebannen johannes, op even zulk eene wyze hebben be- weezen. Zulke verkooren Afge vaardigden, worden in de oudfte en oorfprongelyke befcheiden, van het eerfte Christendom, juist in datzelfde licht geplaatst, als die perfoonen, wel ke doorgaands Engelen der Gemeenten genoemd worden, en in de Openbaa ring van johannes voorkoomen. 23. Laaten wy by elk deezer flükken een weinig toeven. Het was, zeg ik, de gewoonte van de aloude Christen gemeenten, om gevangen en geban nen Broedersvooral Leeraars te be zoeken en te verkwikken. De vroeg- fte Kerk-gefchiedenis leevert hier van menig voorbeeld op. Liefde toch hulpvaardige liefde, v/as ais het Livery van het eerfte Christendom. JMen be toonde die aan eikanderen, vooral aan de Leeraars, paxjlus geeft der Gemeente van Galatie den lof, dat zy hem aannamen, als eed Engel gods; ja a's Christus Jesus zelj3 zoo dat zy

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 250