242 J. Z. VAN LAREN OVER DE EN- ben wy zoo even 27.) gezien, dat Ignatius, zoo wel door de Bisfchop- pen, de voornaamfte Hoofden der Gemeenten, als door anderen bezocht ,wierd. 32. Al verderWy vinden by Jo hannes telkens, maar van éénen En gelêên Gezantgefprooken. Het is waar, dit kon gefchieden, fchoon 'er meer met Hem bedoeld werden. Hy kon aan derzelver hoofd, en zy in hem, als gerekend zyn geworden. Dan men blyve al by de letter van den text, en denke om éénen bepaalden perfoon: ook dit koomt zeerwel over één met de gewoonte der eerfte Chris tenen, in het kiezen en zenden van deeze Gezanten. Dus leezen wy niet, dat de Pbilippersmeer dan hunnen epaphroditus, tot paulus, in deszelfs banden, hebben gezonden. Dit was ook in laater tyd niet buiten de ge woonte. Want fchoon deeze en gene Gemeente, met den Bisfchop, ook Ou* derlingen en Diakenentot ignatius jonden, gelyk die van Magnejie aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 262