gelen der zeven gemeenten. 246
dryft in hunperfoonente vertoonen,
het be (laan en bedryf dier Gemeentewier
Afgevaardigden zy waren. Zoo fchryft
jhy aan de Gemeente der Epheferen,
7to> v TtAYjhiav x. t. ?i. Ik heb uw
talryke Gemeente in onesimus uwen
bisschop, in Gods naamontvangen; en
laat daar op deeze nadruklyke reden
volgenkzi Kpox.cs ov s'fy.7t?-.zptov ty)q
cttp' vyuv <xyot7tY)s cmelaScv x. r. A. "Maar
ook krokus welken ik als een
w uitdrukfel van uwe liefdet'my waards
3, heb ontvangen en aangenomen,
heeft my in alle opzichten verkwikt,
zoo als ik wenfche, dat de Vader
3, van jesus Christus hem verkwikke,
33 te gelyk met onesimus en burrhus
3, en fronto, in welken ik u allenzoo
3, veel de liefde betreftheb mogen aan-
3, fchouwen (y)." onesimus was de
Ephejifche Bisfchopburrhus was 'er
Diaken. Wie de andere waren, wordt
niet gezegd. Allen waren zy Afge
vaardigden. En in hun, als zoodani-
gen, befchouwde de Apostolifche man
de ganfche Gemeente. Zoo was het
ook met andere Gezanten. Aan de
Q, 5 Get
GO Epist. ad ephes. C. I. et II.