gelen der zeven gemeenten. 255 de dag des heeren genoemden even wel is men van oordeel, en niet zonder reden, dat deez dag dien naam voert, opens. I: 10? En zoo kon johannes, die zeilde foort van menfchen AyysAoi noemen, die by paulus AttccttcXoi waren. Het kan ook zyn, dat de ingegeeste johannes rede nen gehad heeft, waarom hy hen met deezen naam beftempelde. Te wee ten, om hen te doen voorkoomen, niet flegts als alomovoi Bedienaarsmaar ook als AyysXoi Kundfchappers der Gemeen ten, welke beide hoedanigheden in een npstéëvrvjggelyk zoodanig een Gezant, door ignatius genoemd wordt, moesten faamenloopen (b). 38, Maar waar leest men, van zulk een Gezantfchap aan johannes? - Ik er ken, nergens! Maarzon men hier uit befluiten, derhalven is het nimmer aanwezig geweest? Zou men dan niet (b) O 'Se xpe/rSevTyeeiv\ uv ayyekog mi Sixnovoe d. i. f/=x Een Gezant isen een bedienaar en een kond schap per, jul. polux OnomastTemII. p. p6x

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 275