256 J. Z. VAN LAREN OVÈR DÉ EN- te veel befluiten? Dat Johannes op Pattnos is geweest, is zeker; maal' zou men wel billyk doen, om dit in twyffel te trekken, om dat men ner gens leest, hoe hy daar gekoomen is? Hoe veel dingen worden in d'e oude gedenk-ftukken der Kerk- en Wereld gebeurtenisfenüegts in het voorby- gaan gemeld, om dat zy toen genoeg bekend waren Het is genoeg ter heu- rer bevestiging, dat de duidelyke let ter der v/oorden, en de gewoonten dier tyden 'er voor pleiten; en dat 'er in het gansch beloop van zaaken niets gevonden wordt, waar het tegen in loopt, Dit vleijen wy ons, dat in de yoorgellelde gedachten niet ontbreekt» 39- la maar, zou men konnen aan merken, paulus en ignatius fpreeken van de verkwikkingen, welke zy naar iighaam en geest, van de Gemeenten, door derzelver Gezanten, ontvangen hadden; maar dit doet johannes met: en immers is het te denkendat zoo hy even zoodanig een eer en liefde van deeze Gemeenten genooten had, hy;

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 276