der Verhandelingen is te vinden (a). Dit gaf mij vrijmoedigheid, dit onder zoek op te ftellen in eenen tijd, dat myne beurte ter voorleezing in 't Mid- delburgsch Departement van 't Zeeuw- fche Genootfchap inviel, wanneer ik voor de tweede reizein de gewoone doorgaande Bijbelverklaaringeover het negende hoofddeel van Mattbeus 9 voor mijne Gemeente moest prediken. Ik overzag mijn ontwerpdat ik reeds voor 23 jaaren, (toen mij dit ftuk voor de eerjle reize ter verklaaring was toebedeeld,) had t'faamengefteld, ter ontknooping der zwaarigheiddie in het verband van Matth. 9: 126, zich voordoet, wanneer men daar mede de verhaalen vergelijkt van Marcus 2: 122, en Luc. 5: 17—39. Ik kreeg lust de wijze van oplos/ingedien ik toen gevolgd had, en noch goedkeurde aan het Genootfchap, eenigzins ontwik keld in eene voorleezinge te bevatten. Doch A. 5S GRAVEZANDE OVER EENE ENZ. 267 (a) Hi ft one van V Zeeuw fche Genootfchap der Wce- tenfchappen te Vlisfingenaan het Iloofd van 't eer/ie deel. (bl. XV) "Dit Genootfchap zal ook ontfangen alle zoodanige {lukkendie daaraan van wien het zy, worden toegezonden, behelzende eenige nieu- we nuttige uitvindingenof verbeteringen van ou« DEN."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 287