5. Om nu hier in met de meeste duidelijkheid te werk te gaan, is het vooraf nodig, de verhaalen der drie Euangelisten nevens eikanderen ge plaatst, voor te Hellen, met aanwij- zinge, waar in Marcus en Lucas meer, of anders deeze gebeurtenisfen hebben geboekt, dan Mattheusdoor het druk ken van dat verfchil met curfive lette ren. Mat- 270 A, 'S GRAVEZANDE OVER EENE 4. Het fpeet mij zeer, dat mijne aandacht ten tijde der uitgave van het eerde deei daar op niet had konnen gehegt worden; wanneer ik niet zoude verzuimd hebben, in eene vriendelij ke briefwisfeling, aan den waardigen Schrijver mijne bedenkingen tegen zijn gevoelen voor te draagen: doch dee- ze weg, toen door mijne ongefteld- heid, en nu door zijn overlijden zijnde afgefneeden, zal ik met behoudinge van alle verfchuldigde achtinge voor de waardige nagedachtenis- van den Overledenen mijne aanmerkingen over dit onderwerpaan den waar- heidlievenden Leezer, ter beproeving, overgeeven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 290