kmjnstrijd in matth. ix t sfg te hebben, zoude men oordeelen, da£ op dien tijd, zoo als Jefus in deeze zijne ftad was gekoomen, deeze zaak, al daar zoude zijn voorgevallen. Doch dit volgt niet noodzakelijkwant de Ophef: ende ziet, vangt wel met bij zondere opmerking een gefchiedvef- haal aanmaar maakt niet volftrekc eene onderlinge verknochting aan het naast voorgaande. Zij die oordeelen, dat Mattheus in alles fchrijft in de juU jle tijdorde willen dit, doch het gevolg zal dit welligt anders doen beöordee- len. Men laate dit dan noch in het midden. Het verhaal dat mett Ende ziét be gint, betrof de geneezing van eenen geraaktengepaard met de vergeevinge zijner zondenen gezuiverd van de verdenkinge der Schriftgeleerden vs„ i tot 8. Daar aan wordt gehegt de roeping van Mattheus vs. 9op deeze wijze jesus van daar voortgaande, ZCLg eenmensch in het Tolhuis zittengenaamd Mattheusende zeide tot hemvolg mijt en hij op(laande volgde hemHet lijdt geen de minde bedenking, of deeze mil DEEL, S wei

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 295