SCHÏJNSTRÏJD IN MATTH. IX1-2(5. 2 85
'aanrechtte in zijn HuisDaar niet al
leen en zijne Leerlingen werden
onthaald, maar ook eene groote Schaare
van Tollenaar en en anderen? Is het niet
veel eer zeer redelijk te onderflel-
len, dat de roeping, en de maaltijd
niet op denzelfden tijd zij gefchied?
Maar in tegendeel, dat 'er eenigen
tijd tusschen beide zij verloopen.
Althans de Heeren burmam, Vader
en Zoonzoo wel als de Heer hart
man, om geene anderen(g) te noemen,
hebben dit Huk zoo befchouwd, dat
zij eenig tijdverloop tusfchen de roeping
en den maaltijd gefield hebben.
17. Wanneer men deeze redelij
ke en ongedronge onderflelling aan
neemt, heeft men een zeer gemaklijk
middel, om de twee bedenkingen over
het tijdverband of orde(zoo het
fcheen) verfchillende door de Evange
listen opgegeeven, voldoende en op ee
ne zeer eenvouwige wijze op te losfen.
£j. 18. En om dit te doen zienmer
ken
(g) anderen B. V. de Heer doddridge zijncfè
daar in voor lang voorgegaan door m. chemnitius»
in zijne Harmonia Euangel. T. I. p. 335, welke we
derom trad in het voetfpoor van augustinus en an
deren.