om? zoo ik vermoede, om dat de ge roepen Tollenaarvoor Jelus een groo- ten Maaltijd in zijn huis bereid had, daar eene groote [chare van Tollenaa- ren en anderen met hem zou aanzitten dat hij Jefus zal genoodigd en gewacht hebben tot den Maaltijd. Deeze Maal tijd fchijnt gehouden te zijn in zijn buis aan den zeekantdus buiten de Stad, want ook in het gaan naar de zee, had Jefus (toen de geraakte was geneezen) Mare. 2: i—12 voorbijgaande, Levi uit het tolhuis geroepenvs. 13. Geduurende den Maaltijd vallen de gefprekken vooreerst met de Phari- zeenover het eet en met Tollenaaren en Zondaar endaar na met Johannes Leerlingenover het vastenen als hij deeze dingen /prak, zijnde aan den Maal tijd bij Kapernaumin het huis des Tollenaars bij de zee, ziet een Over(le kwam, te weeten een Over(le der nagoge van Kapernaum, genaamd Jaï- rus, viel aan zijne voeten en aanbad hem te kennen geevende den (laat van zijn Dochterken hem biddende, dat hij in zijn huis wilde koomende hand op haar leggende, op dat zij be houden wierde, vertrouwende, dat zij zou- 320 A. 's GRAVEZANDE OVER EENÉ

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 342