SCmjNSTRIjD IN MATTH* IXt~2jS. 323 noch op het uiterfte lag; en ten twee* demaal 3 dagen daar 11a te Nazaret, volgens Matth. 918als zij reeds was geforven. 46. Dg oplosfmg deezer zwaarig- held kan gefchieden, door op te mer- ken, dat over het gemeen, Mattheus in het verhaal der verfcheide gevallen9 in zijn 9de Hoofddeel, doorgaans veel korter is dan de andere Euangelisten. Marcus H. 2 en 5 en Lucas H. 5 en 8 Maar in het bijzonder nopens dit geval, dat Mattheus het geheele verhaal van de opwekkinge der Dochter des Over- ften, en de geneezinge der Bloedvlo ei- jende, heeft bevat flegts in 8 verfen; waar toe Lucas 'er 16 en Marcus wel 22 heeft hefteeden dus dat hij alles zeer korten alleen ten aanzien van het weezen der zaake heeft behandeld, zonder bijzondere omftandigheden te melden. 47. Wanneer men nu in acht neemt, dat Marcus en Lucas twee voor- feilen opgeeveneerft het verzoek van den Overften aan Jefus, te kennen gee- vende den faal zijner dochter, ais in oogenbiiklijke doodsnood; en daar op ten tweeden de boodfchap van jaïrus huis- X 2 ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 345