alpheus en kleöpaso' 33$ zij dan de koppeling gebruiken, dan weer nalaatenzonder daarom den migenden naam ter verklaaring, (door appofitie)bij den voor gaanden naam te voegen. En dat zij dikwils bij paar en de optelling befchrijven; dus kan men hier gereedelijk vinden twee paar en, te faamen uitmaakende vier Vrouwen. Het eerjle paar: zijne Aioeder ende zijns Moeders ZusterEn het tweede paar: Maria Clope {pVijf\ ende Maria Magdalena. En wat de afwezigheid der zinlhijdinge (comma) betreftmen weetdat dezelve van later hand zijn (v)en niet van den Euangehst Johannes zelve. Derhalven kan men zeer wei deeze plaats zoo uitleggen, dat Johannes bij het kruis twee paar dat is vier Vrouwen genoemd hebbe, van dewelke onder de verfcheide Vrouwendie bij de begravingen daar na aan het graf waarenalleen ge- Y 2 noemd e/ de, vs. io, ook.Egypteri zonder endena Pamph^' lien, insgelyks vs. n dcCrctenfen, als volken, van de naast voorgaande onderlchcidenen geenzins ais omfchrijvingen der voorgaandeachter welke zij zonder ende in rang volgen. (v) Men zie j. a. ernestI Inflit. Interprets N. T. Lug-d. 1762. P. II. c. L 2o« De jtgnis inter- punctionumpag. 49.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 361