feld; het geen ook in pns Zeelandzoo
wel als Vlaandereneenigzins door
de vermenging van de A en H plaats
beeft En dus zoude Alphai en Halphai
konnen ver wis feld worden. Maar dit
onderftelt, dat de naam Alpheus, als
ook de naam Kkopas, in de oorfpronglif
kehet zij Hebreeuwsche, het zijSyro-
Chaldeeuwfche taalmet een n Hbetb
moest gefchreeven worden. Doch
daar voor is geen vaste grond. Immers
de naaste weg, die opendaat, om ten
minden eenigzins de oorfpronglijke
Jchrijfwijze deezer naamen te kennen
is, te letten op de Syrifche ovserzettin-
ge van het Nieuwe Testament, vei«ge-
leeken met het Grieksch bij Lucas en
Johannes. Dan blijkt wel ten aanzien van
den naam 'AA(pcuoc {Alpheus), dat die
in het Syrisch niet met een maar
met de n werdt gefchreeven, zoo als
ugtfoot zeide wD. Maar geheel
anders is het geleegen met den naam
y./jsnag Luc. 2413, en zAwtra? Joh,
19: 15, door tjaamentrekking van e en
0, in de lange omega, u. Wantin
beide die plaatfen, fchrijft de Overzet-
ter den naam JZleopasen Kkopas, (die
prei
342- A. 'SGRAVEZANDE OVER