lyk Recht wordtof in het grootfte on recht veranderdof vertoont ons dier- lyke neigingendie geen plaats meer voor de waare deugd overlaten, en het Natuurlyk Recht uit den ftaat der natuur wegnemen, het geen echter ah toos blyftgelyk de Heer marck dui- delyk aantoont, in Or at. de Finihus 7. pag. 12 et 31. Maar de genoemde grondbeginsels van sulken, die waar- lyk een Natuurlyk en Zedelyk Recht, op den wil van God gegrond, fielden, (iryden niet met eikanderen, noch met het geen wy het laatst hebben voorge- field (y). Sommige sogten het in de natuur vaii GRONDBEGINZEL VAN ST NAT. RECHT. 379 (y) Men ziet dat treurig gevolg ten duidelykfte '11% roltssëau, daar hy in zyn Discours fur I origine et les fondemens de l'inegalité parmi les hommesdus fpreekt pag. 38. II paroit d'abord que les hommes dans eet etat de naturesn'ayant entre eux aucune forte de-relation moraleni de devoirs cqnnusne pou- voient estreni bonsni medians'avoient ni vices ni vertusa mo'in que prenant ces mots dans un fens phyfqueon rdappelle, vices dans f"individu les qualï- tes qui peuvent nuire a fa propre confervationei vertus cellesqui peuvent y contribuer enz.en in liet vervolg, vooral van pag. 3946 toont hy aan, 'hoe de zugt tot zelf behoudenis door liet medelyden gematigd wordten de iaatfte inzonderheid de bron van alle gezellige deugden zy', en die alleen verzegeld |v ertlt door de maatfehappy en wysgeerte,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 401