oogmerk en het geluk der Schepfelen af geleidt en wy vorderen hier een eerst Beginzely het geen in de Openbaaring niet nodig was, die natuur en rede vooronderilelt, en waarin de uitdruk- kelyke verklaaring van God de pligten. bepaalt, en het een en ander ilegts in dit hoofdpunt der liefde wil famentrek- ken. En daar en boven, wilde men zonder Openbaaring alleen uit de Na tuur dit opmaakenen daar uit alle de pligten afleiden, men zal zich niet zel den met duisternis omgeeven zien. Het is wat andershet zelve eerst uit de Natuur te ontdekken; wat anders, de billykheid van het zelve, zoo als het uit de Openbaaring geleerd is, op- temaaken en te betoogen. Ziet daar dan, 'er is een naauw ver hand tusfchen het grondbeginzel der Na- tuurlyke pligten, en zulke hoofdflellin- gen, in welke de Openbaaring den kring der pligten bevat: beide koomen overeen, en het onderfcheid moet al leen in den onderfcheiden aart van elk gezogt worden. Mogelyk kunnen deeze bedenkingen nuttig zynom aanleiding te geeven, dat men het een pil. deel. cc en GR0ND3EGINZEL VAN'T NAT. RECHT. 40Ï1

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 423