zintuigen op de wysbegeerte. 407 den j en hoe gebrekkig de opfpoorin-* gen der fchranderen van dien tyd ge weest zyn, zy doen ons ten minften zien dat het boek der Natuur al vroeg het voorwerp van de befpiege- iing der Menfchen geweest is, die in hunne fabelen, de fchatten van alle hunne vindingen, vernuft en geleerd heid hebben opgefloten, tevens met bygevoegde zinnebeeldige verklaarin gen, hoe alle dingen hun wezen en beftaan gekregen hebben, en in dezel ve onderhouden en beftuurd worden. Zoo beguichelden de zintuigen al vroeg het Menfchelyk verftand: men zag de Hemelfche lighaamen, en men gevoelde de werkingen der elemen ten en deeze zintuiglyke gewaarwor dingen waren de eerfte oorfprong van den gedrochtelyken Godsdienst, die meer inwortelde en grooter voort gang maaktenaar mate de Starre- kunde de uitvindfter werd van naamen, kenmerken en beeldtenisfen, waaraan de aloudheid, als aan zoo veele mag- tenoordeelde eerbied of vrees ver- fchuldigd te zyn. Het koi? niet misfen 3 of zulk een Cc 4 zin-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 429