41S A. VAN SOLINGEN OVER DE de getrokken heeft: deeze heeft ons de verfchynfels der Natuur zoo veel te beter leeren kennenfinds men meer vertrouwd heeft op het eenvou- wig getuigenis der zintuigen, en min der op dat eener verhitte verbeelding en vooraf gemaakte hellingen, welke als zoo veele geverwde glazen zyn, door welke men over de koleuren der omringende voorwerpen zou willen oordeelen. De waare Natuuronderzoe ker, afle voorgaande vooroordeelen van zich afwerpende, dringt onder voorlichting der ondervindingemet zyne naauwkeurige zintuigen, tot in de duisterfte lchuilhoeken der Natuur: het is aan die ondervinding, dat men de fchoone ontdekkingen verfchuldigd iswelke de Natuurkennis over het fchynfchoon gewoel der vlugge en vin- dingryke vernuften doet zegepraalen. Die gelukkige omkeer is te weeg ge bracht, door den vlyt van hun, welke in de 17de en 18de eeuw, der Natuur haare geheimen ontweldigd hebben, in welkers ontdekking, zy in de vorige eeuwen, zoo fchaars wasgelukkig! zoo het helder licht der Proefonder- vindelyke Natuurkunde 3 die het Mensch-,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 440