zintuigen cp de wysbegeerte. 419 Menschlyk verftand voor zoo veel do lingen beveiligd heeft, veelendoor deszelfs glans en gloor te ver verrukt, niet te fterk in de oogen gefchitterd had. Had men zich met dien groo- ten Leeraar der Proefondervindelyke Natuurkunde, 's gravesande, geduu- rig te binnen gebracht, dat men, door de Zintuiglyke waarneemingen, niets anders kent dan de verfchynfels der Natuur, zoo zou de geest van order, fchikking en gevolgtrekkingzoo noodzaaklyk, om de verfchynfels aan elkander te verbindenhet vernuft niet te veel hebben doen belust zyn, om gevolgen te trekken, waar door men zich verbeeldderede van die verfchynfels te kunnen geeven: inte gendeel, men vergat, dat men ver fchynfels opfpeurde en men haalde uit de ondervinding Hellingen, die den aart en het kondig waarom der din gen fcheenen te verkiaaren; men (licht te eindelyk een gebouw van redenee- ringe, zoo weelderig als de draajkolken van descartes, of het dier van kep- ler in een woord, de verfchynfels werden tot gronden van zekerheid verheven, waar over de gezonde rede Ij d 2 maar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 441