'424 A. van solingen over de
de beroemde keil gaf zelfs Natuur
kundige proevenafgeleid van de fa-
mendrukking der Hof, om te bewyzen?
dat 'er een ydel was verfpreid door
het ruim; eindelyk kwam de Door
luchtige newton en waagde de
grootfche Helling, om het ruim als het
midden te erkennen, waar door God
alomtegenwoordig was (a), dewyl hy,
langs
(a) Sommigen ontkennen dat dit immer door new
ton geleerd zy: clarke beweert, dat het denkbeeld
van een fenforiumalleen ter opheldering, door new
ton zy bygebrachtdaar hy 'er tevens eenc vergely-
Icing byvoegt van de manier waarop di. beeldt enis der
dingen in óns fenforium vertoond wordenzéggende
dat God op zulk eene wyze de dingen zelvein het
Ruimfer plaatfe daar zy zyngewaar wordteven
dis of het Zyn fenforium was. De plaats by newton
is dcezé: "Annóti fenforium animalium est- locuscui
fubftantia fentiens adestet in quem fenfibiles re-
rum fpecies per nervos et cerebrum deferunturut
3, ibi praefentes a praefentè fentiri pos fint? At que
5, his quidetn rite expedites, cinnpn ex phaenomenis
confiatesje Ens incorporeumvivensintelligent,
3 omnipraefensquod in fpaiio infinitotanquan
3, fsnforïo fuarès ipfas intimè cernatpenitusque
perfpiciattoiasquinter fe praefens praefentes
33 complectatv.rquarupi quidem rerunidquod in
33 nobis fentii et cdgitatimagines tantum ad fe per
argeina. fenfuum delatas. in fenforiolo fuo percipit
et contueturnewtoni Opt. Lib. III. 'O attest.
s.8. pag. '298. Ed. Lauf et Gen. 1740. Hét 'koomt
my voor, dat clarke hét denkbeeld van het' Ruim,
daar het al§ lipt midden erkend wprdt, waarin God
alomtegenwoordig isfteltfg bevestigt door zyn
